De kwaadjes (1)


Nu de lente in alle hevigheid is losgebroken is de tuin in de stad A toe aan een grote voorjaarsbeurt. Paardebloemen, vingerling, boterbloemen, wilde aarbeien en bramen, zuring mos en gras en ander onkruid woekert niet alleen tussen de planten maar ook over de straat, door de heg en eigenlijk overal waar het niet behoort te zijn. Althans, dat vinden wij aardelingen; wij maken uit wat groeit en bloeit denken we.
Van oudsher wieden we al onkruid, ingegeven door de maag en het gemoed, want wat eetbaar is en wat mooi oogt, mag groeien. De rest trekken we met wortel en al uit de grond, hardnekkig kwaad roeien we uit met heet water en azijn, of soda, of wie niet zo groen is, met chloor en ander gif.
Zo spelen we allemaal doktertje voor moeder natuur; we verwijderen, elimineren de groene kwaadjes zoals dat op goed Noordhollands wordt gezegd.
Ik wou dat ik de kwaadjes uit mijn moeders lichaam ook zo makkelijk kon verwijderen. Ze hebben het wel geprobeerd, maar net als het onkruid in de tuin heeft ook het ' kwaadje' in mijn moeders lichaam wijd vertakte wortels en groeit tegen de klippen op. Zij gaat daar dood aan, terwijl de kwaadjes in de tuin, als je ze laat staan, eigenlijk best wel een mooi effect geven, is dat nou eerlijk?

Geen opmerkingen: