Haast


Haast ligt aan de westkust tenminste als je het zuidereiland voor je neemt en op zijn kop zet, horizontaal dus. Het ligt ongeveer 150 km onder Frans Jozef, de beroemde gletsjer van NZL. Daar waar je je voor 500 eurootjes op de gletsjer kan laten dumpen door een helikopter en terugstrompelenlangs gletsjerpieken en spleten zodat je de ervaring hebt iets heel sensationeels (met gevaar voor eigen leven) gedaan te hebben.

Haast is - in weerwil van wat de boekjes beschrijven en daarmee ter ontkenning van zijn naam - vijf keer niks. Er wonen een handje vol mensen aan het strand. De tijd lijkt er bevroren op een donderdagochtend in de late vijftiger jaren. Niemand heeft er haast...Het heeft wel een heuse motorcamping maar wie wil daar nou zijn?

Weense wals

En ondertussen droom ik soms over Wies: ze wilde nog een laatste keer dansen.
De Weense wals met Freek. Haar benen droegen haar niet meer, ik telde: 1,2,3 en 1,2,3,... Na vijf minuten kon Freek haar niet meer dragen. Ze keek beteuterd en teleurgesteld. Ik nam het over, samen dansen we de Weense wals 1,2,3, 1-2-3, 123...Wiesje werd steeds lichter en lichter in mijn armen. Ze glipte weg en tenslotte danste ik alleen in een lege ruimte.

Boiring?

Twee jongetjes van een jaar of 8 zitten voor de camping op een rotsblok samen het lelijke weer te bespreken in plat Nieuw Zeelands. Zijn Nieuw Zeelanders soms al vroeg oud en daarom beetje saai?

Nieuw Zeeland: de uitzichten

Na een eindeloos durende reis en een zes uur stop in een Honk Kong Dayroom op de 19e etage (room with a vieuw)

arriveerden we in Auckland.
Koffers ophalen en verder: met het vliegtuig naar Christchurch.
De kou in, waar we dachten de zomer te vinden. Maar allengs draaide het weer ten goede. Wat steeds - tot op heden- blijkt te gebeuren: s morgens mooi weer met 28 graden en binnen een uur kou of storm. Je pelt je aan en uit hier down under. Christchurch is een aimabel plaatsje. De Avonriver loopt er dwars door heen, een park, en enkele restaurants. Natuurlijk lam gegeten en fantastische witte wijn gedronken.
De volgende dag, de Van opgehaald. Kleiner dan we dachten maar hij werd groter en vooral breder tijdens het link rijden.
Naar Akoroa, op het schiereiland rechts van Christchurch voor degenen die de kaart van Nieuw Zeeland voor zich hebben. Hier kwamen we terecht in een old sheep farm, nu een guesthouse.

Jonge hippies avant la lettre die nog steeds doen wat wij dertig jaar geleden al deden: beetje hangen, muziek luisteren, guitaar spelen, gezond eten (of niet), drinken (of niet), vroeg op voor de excursies, wandelen en beetje lullen over hun land van herkomst.

Vooral het prachtige uitzicht doet het hem hier! Waar we aanvankelijk dachten: 'is dit het nou, zo zie je de bergen in Frankrijk ook, hebben we daar zo lang voor gereisd...' slaat die gedachte naarmate de ontspanning toeneemt, om in waardering.
Na een fikse wandeling (gisteren) (vandaag voor de thuisblijvertjes) zwemmen met de dolfijnen. Tsja, wat zal ik zeggen? Midden op de oceaan met best wel hoge golven, wordt je uit een zodiac geflikkerd. Weliswaar met wetsuit aan, maar toch...lig je daar in vreselijke kou te dobberen terwijl er een zooitje kleine dolfijnen links en rechts langs je heen schieten. Volgens mij lachen ze zich te blubber, die dolfijnen. Een ervaring rijker?

Morgen gaan we via Christchurch, een matras kopen bij Salvation Army, want het matras in onze van in van gewapend beton. Althans zo voelt de rug het. En dan verder naar een plaatsje met een onuitsprekelijke naam, in ieder geval midden op het eiland waar ook St. John's observatory (sterrenwacht) is: kijken of ik dan van hier al die nieuwe ster aan de hemel zie die daar sinds 23 november j.l. moet staan...