Inbiggen

Op een verjaardag waar vrijwel uitsluitend vrouwen van middelbare leeftijd komen (45+ is toch bijna middelbaar?) moet je inbiggen.

De ruimte was vol dames, het was nog vroeg, een uur of half negen in de avond. Tijd nog voor koffie met soesjes of appelgebak. Tijd ook dat iedereen zit. Weelderige dameskonten op banken of stoelen. Want wat worden ze volominieus die billen als de dames op leeftijd raken. Evenals trouwens de borsten, het gezicht, de buik en mollige bovenarmen. Alles beter natuurlijk dan die vellen die blijven zwabberen als je je arm optilt of dat rimpelige vel dat van de jukbeenderen naar de schouders afhangt.

Enfin, inbiggen was het parool. Want de kamer was vol en we moesten toch zitten. Op de bank was nog plaats voor anderhalf mens maar met een beetje inbiggen ook wel voor twee.
Inbiggen gaat als volgt: je staat met het achterwerk naar de bank. Degenen die er al op zitten, kijken nauwlettend toe hoe je door de knieën zakt en op het moment dat jouw knieën een hoek van 90 graden aannemen, veren zij iets op. Op dat moment, het luistert nauw, vlij je jouw kont op de bank terwijl zij hetzelfde doen. Vlees tegen vlees, dij tegen dij, de een iets naar achter, de ander iets naar voren schuivend en klem zit je. Voor de rest van de avond ingebigd.
Totdat de koffie met taart is afgeserveerd en de wijn op tafel wordt gezet. Dan wurm je je uit de houtgreep van belendende dijen en doorbreek het inbig-pact.

Zie big mama hieronder

Clivia met negen bloemen

Een wat morsige kleine vrouw op leeftijd stapt de bus in. Ze sleept een geruite winkeltas op wieltjes achter zich aan. Terwijl ze instapt begint ze met harde stem aan de controleur te vertellen dat zij gevallen is op de trap. ' Niet van maar op de trap. Pal op het midden viel ik ineens naar beneden.'
De controleur vraagt of zij zich bezeerd heeft. ' Niet heel erg', zegt de vrouw, ' alleen mijn knie, schrikken hoor.' De controleur toont begrip en sluit de deur.

Zitplaats
De vrouw strompelt door de bus waar meteen een 'wave' start. Iedereen staat voor haar op maar de vrouw wimpelt het af . Zij loopt linea recta af op het middenstuk en neemt daar dankbaar de zitplaats aan van een middelbare gezette man.
De controleur informeert of de gevallen vrouw inmiddels een zitplaats heeft. De hele bus antwoordt eenstemming 'ja' .
We vertrekken.

Wonder
De vrouw vraagt de man of hij van zijn werk afkomt. En op zijn bevestigend antwoord, vraagt zij wat voor werk hij doet. 'Hovenier', reageert hij. De vrouw breekt los en vertelt over haar clivia thuis die wel negen bloemen tegelijk heeft gekregen. Ze kijkt afwachtend naar de hovenier. Hoopt ze op een compliment of verbazing over dit wonder?
De hovenier knikt wat en beaamt ' ja, als je ze goed verzorgd worden, willen ze wel.'

Afwimpelen
De vrouw roept uit dat zij dat nu juist helemaal niet doet. 'Ik praat alleen af en toe tegen haar.' Alle passagiers lachen. Ik denk dat als de vrouw net zo veel en luid met de clivia praat als zij nu doet, de clivia vast inmiddels een dovenetel is geworden.
Tijd om dat te vragen, is er niet want de vrouw moet er uit.

Schat
Wederom wimpelt ze alle hulpvaardige handen af die haar en haar geruite winkeltas de bus uit willen helpen. De hovenier moet helpen. Even later staan ze samen buiten en zegt ze bijna schreeuwend: ' Ga maar weer de bus in hoor schat, je hoeft mij niet thuis te brengen.'
Met een blij gezicht zwaait ze de bus na en strompelt ze de Overtoom op. Haar portie aandacht voor vandaag is binnen.

Iets aan je hoofd hebben

Uitgepulkte krentebol



Mijn ene collega heeft erg veel behoefte aan rondborstig mooi Nederlands, zegt zij. Die populaire SMS taal is te kort door de bocht. Giert de bocht uit, zou ik zeggen, met z'n ff als je even wachten moet. Dus zijn we vandaag op zoek naar welluidende Nederlandse taal: uitdrukkingen, woorden, begrippen en speciaal voor die collega Vondel's beroemde gedicht: Constantijntje

Constantijtje, saligh keindje,
cherubijntje van omhoogh
die de akeligheden hier beneden
uitlacht met een lodderoog.
Moeder, zeit hij, waarom greith gij,
waarom weent gij om mijn lijck,
boven zweef ik, boven leef ik,
engheltje van het hemelrijck.


Dan hebben we nog enkele staande uitdrukkingen die ook de buik niet mogen rimpelen. Voor als je boos bent bijvoorbeeld:

'Krijg een koperen hartklep dan kan je je de tering poetsen'

'Jij uitgepulkte krentebol'

(of)
'platgetrapt spinazieblikje'

De laatste is een oude natuurlijk, want spinazie wordt vandaag de dag niet meer verkocht in blikjes.

Voor als je blij bent of vrolijk (en net klaar bent met je sessie mindfulness)

....waan je zelf zittend aan een beekje in een zonnig warm land. Kijk naar je gedachten, pak je nare gevoelens op en leg ze, een voor een, op een blaadje in het water en zend dat stroomafwaarts.

Of als je in zo'n omgeving niet kunt komen:
...blaas je nare gedachte of emotie de lucht in en stel je voor dat het een wolk is die langzaam wegdrijft.

Lukt dat niet?
Graaf een kuil voor een ander en gooi je jasje over de heining.

Tiende etage, zaal voor zes

In het ziekenhuis op zaal liggen zes mensen. Een donkere vrouw die, zo blijkt later, zichzelf regelmatig voorziet van een shot morfine. Ze heeft overal pijn maar wat ze heeft is niet duidelijk. Ze hangt onderuit gezakt in haar kussen; de koptelefoon in haar hals met de volumeknop van de televisie op max. Af en toe komt ze bij en schreeuwt luid: Obama! Het is donderdagavond en de nieuwe president is twee dagen daarvoor gekozen. Maar erger dan de vreugde over de victorie van haar gekleurde broeders is haar pijn.

Het meisje naast haar lijdt net zo hard. Zo jong met zulke erge buikpijnen, dat laat vast een trauma na. En dan de heer op leeftijd naast haar; hij loopt met supergrote tenaladies uit de kast naar zijn bed aan het raam. ' De ouderdom komt met gebreken', zegt hij glimlachend en insinueert daarmee dat alle oudere mannen in luiers lopen.
Rechts van het bed van 'mijn' patiënt snurkt en gromt een bozige vrouw. Boos is ze op haar pijn, de doktoren, de verpleging, haar hier-zijn. Is het een beginnende dementie, diepe narcose of gewoon een karaktertrek?
Nummer zes op zaal is een 50'er die er uit ziet als tachtigplus. In zijn morsige joggingbroek met dito blouse en sweater loopt hij zaal op en af. Ook hij is niet te spreken en ver van een lach.
Een vrolijke boel daar op etage tien van het ziekenhuis in Amsterdam Slotervaart. Gelukkig was ik er slechts op bezoek bij een 'spataderoperatie.' Zij mocht vrijdagochtend al weer naar huis. Met trekkende benen, stretchkousen tot in haar liezen, verhoging en een jankerig gevoel.

Die vrijdag ook wordt duidelijk dat het trekkend oog van mijn collega toch een herseninfarct blijkt te zijn. Over wat erg is, gesproken...