Oudste broer


28 oktober
Joop, haar halfbroer is er, ze is zo blij, zo blij. Samen bevestigen ze hun bloedband, zijn ze vrienden voor het leven. Ze is vereerd, zegt ze, en gelukkig.

Als je haar maar goed zit


27 oktober
Joop, de oudste zoon van mijn moeder's moeder, haar halfbroer, komt morgen. ‘ Mijn haar...’ Ze wil het netjes hebben, ik draai voor het eerst van mijn leven krulspelden in haar haar. Een makkie. Ze glundert: als je haar maar goed zit.

Sprookje van de sleutel en de zwaan


Aan de overkant van de kade probeert een blonde vrouw haar fiets vast te ketenen aan de brug. Haar kind zit achterop in het zitje. Vervaarlijk helt het zitje met kind over de brugreling. Het kind, een meisje van een jaar of drie, begint te huilen. Zij ziet het donkere water onder zich. De vrouw veegt haar haren van haar bezwete voorhoofd. Zij heeft moeite de balancerende fiets met krijsend kind in zitje staande te houden en tegelijkertijd de fietsketting met slot om de juiste peiler te leggen. Het regent en waait bovendien.
Eindelijk lijkt het te lukken, de fiets staat muurvast. De vrouw bergt het fietssleuteltje tussen har lippen en tilt het kind uit het zitje. Zij probeert haar tranen te drogen met een van onder de lange jas te voorschijn getoverde zakdoek en zegt troostende woorden. Maar met dat zij haar mond opent om die woorden te zeggen, spuugt ze het sleuteltje uit. Dat verdwijnt met een - voor de situatie te- sierlijke bocht in het water vlak langs de zwanen die statig onder de brug vandaan komen. Het meisje wijst verschrikt naar de sleutels om dan ineens de witte zwanen te zien: de sleutel is een witte zwaan geworden. De moeder stoot mistroostig een scheldwoord uit.

Stilloos geslapen



Als mantelzorger maak je alles mee, van begin tot het eind. Je ziet, hoort, voelt en ruikt het komen, het eind.
Afgelopen woensdag was mijn moeder voor het eerst sinds weken helemaal alleen uit bed gekomen. We hadden het niet gemerkt, mijn vader stond in de keuken en ik was een boodschap doen. Hij had haar het eerst ontdekt, dwalend en zoekend door de kamer. Eenmaal op de bank aangeland bleek dat het haar moeder was die ze zocht. ' Waar is mijn mama dan?' Ik moest het zeggen, dat haar moeder, oma, al veertien jaar dood was. Ze schrok en huilde en begreep maar niet wie er dan voor ons gezorgd had al die tijd. Wie had er dan eten gemaakt, op ons gewacht? ' Is het echt waar?' vroeg ze aan mijn zus , ' dat moeder...' Ja het is echt waar mam, zeiden wij voorzichtig. We lieten haar een foto zien van oma, en ja toen ineens werd het haar wat duidelijk. Maar toch bleef ze huilen om haar moeder die overleden was. De chaos in haar hoofd maakte dat ze tegelijkertijd haar kleine zelf was, Wiesje, de echtgenoot van haar man en onze moeder. Haar mama, haar moeder had al die tijd voor ons gezorgd, in haar idee.
Ze dacht dat ze gek werd. Ik zei: ' nee mam, dat komt doordat je ziek bent, zoveel pijn hebt en moe bent. Misschien heb je wel in je slaap over oma gedroomd.'
'Nee', zei mijn moeder, ' ik heb niet gedroomd, ik heb stilloos geslapen.'
Ze slaapt steeds vaker stilloos, mijn moeder.

Herrie in de Zoutmanstraat (Alphen aan den Rijn)


In de Zoutmanstraat in Alphen aan den Rijn is een renovatie gaande. Op kantoor slim uitgedacht; 's morgens om zeven uur beginnen de bouwvakkers. De huizen worden drie om drie gesloopt, gesleufd, van nieuwe leidingen voorzien, betegeld. Er komt een nieuwe keuken plus badkamer. Zo loopt de renovatie als een trein en hebben de bewoners het minst overlast. Althans dat was de gedachte van de Alphense woningbouwcooperatie en het aannemersbedrijf.
Maar het werkt niet!
De renovatie geschiedt op een koopje. De loodgieters en electriciens helpen met lossen en sjouwen, zo krijgen ze hun leidingwerk niet op tijd klaar. En half vier, is half vier, tijd om op te stappen. Vrijdag nog iets vroeger dan wacht het eindeweeks bier.
Het target van deze week hun target: draaiende cv's bij de bewoners werd niet gehaald.
Pech voor de bewoners, die zitten ook dit weekend in de kou.
Getergd en bijna overspannen gingen ze op zoek naar de opzichter, zo'n jonge joviale vent zonder organisatietalent. Hij is al naar huis, de bouwvakkers komen namelijk uit het hoge noorden en hebben een reistijd van twee uur voor de boeg. Dat is zielig.
De woningbouwcoöperatie die verzuimde te communiceren over de planning, de mogelijkheid tot wisselwoningen en de kniertige productinkoop, heeft een compenserend diner aangeboden. Maar ondanks dat de Zoutmastraatbewoners al weken niet hebben kunnen koken, hebben ze geen trek in een goedmaakdinertje. Best sneu voor de woningbouwcoöperatie....

Mantelzorger

Als mantelzorger doe je soms een flinke jas uit

Achter de geraniums





Achter de geraniums komen te zitten, dat is het schrikbeeld van menig vitale jongere senior. Ook dat van mij.
Onlangs ben ik er echter achter gekomen dat je daar niet bang voor hoeft te zijn. Het gebeurt namelijk sluipenderwijs. Je merkt er niets van dat je wereldje versmalt, een notendopje wordt waar jij alleen met je direct naasten van dat moment in verkeert. Alle gesprekken draaien om hetzelfde, je eet stipt op tijd het ontbijt, de lunch en het diner.
In de ochtend nooit meer dan een boterham. De ene helft met kaas en de andere helft met jam.
Een cracker met kaas en een beker cup a soup in de middag.
's Avonds een aardappel met groente en een sudderlapje vanwege de jus. Heel af en toe een glaasje te zoete wijn.
En na het half acht Journaal met het geluidsvolume op ' vol' een kopje koffie (of twee).
Dag in, dag uit.
Het leven verengt tot wel heel erg hier en nu. De toekomst is straks.
Maar ach alles sudddert door. Tot je voor het raam een beetje naar buiten staat te staren en je jezelf ineens hardop hoort zeggen "Oh, kijk een takelwagen". Niemand die antwoord geeft; je vader ligt te dutten op de bank, je moeder slaapt haar 22 uur slaap. En zo maak je ineens deel uit van hun leven daar achter die geraniums.

Hoe je bent is wie je bent


Ome Ko is de broer van Johnnie Jordaan. Zelf is hij geen beroemde Nederlander, hij heeft altijd in de psychiatrie gewerkt. Daar kwam hij veel homo' s tegen, vertelde hij me. Dus hij was wel wat gewend. Het maakte hem ook niks uit dat broer Johnnie van de verkeerde kant was. 'Je bent nu eenmaal zo, daar kan niemand wat aan doen. Wat maakt het uit.'
Dat vond de oma van de familie Jordaan ook. Toen Johnnie het haar wilde vertellen, zei zij, aldus ome Ko, dat ze allang wist wat haar kleinzoon te zeggen had. 'Ik heb het altijd al gezien en geweten', waren haar woorden anno - wanneer zal het geweest zijn - 1939?
Johnnie leefde ook gewoon samen met zijn man, iedereen wist het. Geen probleem.
Afgelopen zondag, 11 oktober, stond de nationale Outcoming Day in het teken van het uit de kast komen van roze ouderen. Wat ome Ko daar van vindt? Van hem mag het, maar is het tegelijkertijd niet nodig. 'Iedereen is toch gewoon wie hij is.'

Samen oud worden?

Mijn moeder ligt nu 22 uur op bed, althans zo maak ik dat mee. Af en toe roept ze ' Freek, Frekie' maar hij hoort haar niet. Hij is doof. Ik hoor het wel en kijk wat er aan de hand is. Ze ligt schuin op bed, haar spillebeentjes over de rand. Ze moet naar de wc maar kan op eigen kracht niet meer uit bed komen. Voorzichtig, want ik ben bang dat ik haar breek, help ik haar overeind. Kalmpjes aan staat ze op. Wankelt in haar slofjes. Haar handen om mijn polsen, mijn handen om haar ellebogen, zo schuifelen we naar de wc.
Op de postoel wil zij niet, decorumverlies, wel zo begrijpelijk. Bij het toilet aangekomen, help ik haar erop. Klampt haar hand om de beugel en laat haar haar privé .
Tot ze klaar is. Broek aan, pyamajasje decent er overheen en we vangen de terugtocht naar het bed aan. Uitgeput komt zij aan. Soms huilt zij om haar vermoeide machteloosheid, krachteloosheid. Soms is zij daarvoor gewoon te moe. De andere keer balt zij haar knokelige knuisten, vertrekt ze haar mond in een fanatieke grimas en schreeuwt bijna ' ik wil NIET dood!'
Als ze dorst heeft drinkt ze lauwe thee uit een beker met een rietje. Honger heeft ze allang niet meer maar ze moet eten, vindt zij. 'Anders word ik helemaal zo zwak.'
In de kamer op de bank, huilt mijn vader en jammert zachtjes dat hij het ook niet meer weet.
En dan zijn er nog mensen die zeggen 'ach, er liggen zoveel mensen de hele dag alleen. Zij zijn tenminste nog samen.'
Dan denk ik op mijn beurt: 'ja dat is het hem nou net'.

Dan moet je toch huilen


...en na een copieuze maaltijd met extra veel - door hem zelf toegevoegde - kerrie werd mijn vader ziek. Dan ben je als dochter ineens verzorgster van twee zieke oude kinderen. Washandjes kan je niet genoeg aanslepen, bekertjes (lauw) water, pilletjes zus en zo en schuifelend naar de toilet met het ene en daarna het andere oude kind aan je arm.
En dat terwijl je als mens zelf nooit echt een kinderwens hebt gehad.
Maar dan zegt je moeder,
( nadat je haar hebt uitgekleed,
- beetje gewassen (even poedelen zo noemde zij dat vroeger),
- in bed hebt getild,
- haar gebit in het bakje hebt gedaan en
- haar hebt ingestopt,
- haar haar avondpillen geeft,
- terwijl het andere oude zieke kind al heftig ligt te snurken op zijn zij),
dan zegt zij:
' Dank je wel lieverd, ik hoop dat als je later groot bent en kinderen hebt, dat die dan ook zo voor jou zorgen' ....
Dan moet je toch huilen?
Niet uit verdriet, om gemis, maar gewoon.
Ik moet dan in ieder geval gewoon huilen.


Behangjongeren

Ze zijn best geestig daar in het hoge Noorden. Hebben een gezellige stad met achterafstraatjes die genoveerd moeten worden. Maar wat doen de Groningers? Ze behangen de af te breken muren met sjiek behang en tekenen daar figuren op. Behangjongeren heet dat. kijk maar:


In Parijs hebbern ze alleen hangmensen: