Haar leven: de toegift

21 november
Morfine en Haldol brengen haar in andere sferen. Ze doorleeft voor een laatste keer haar leven nog een keer:

Zij, mijn moeder:

* krijgt een beertje en ziet dat als een nieuw geboren baby: het kindje moet verzorgd en gevoed, toegedekt en straks mee naar
.....

* zit te haken zonder naald en draad. Wat of voor wie wordt niet duidelijk : een gordijntje, tafelkleed ?

* priegelt een denkbeeldige draad in een denkbeeldige naald, daarmee naait ze steek voor steek alle fleurige stroken van
haar theedoekservet aan elkaar.

* neemt stof af, op haar knieĆ«n: 'wat een werk, maar ik ga nog maar even door dan is het tenminste klaar...’

* is de hele dag op weg. Ze maakt zich op om naar huis te gaan, of naar een feestje, of met vakantie.
Alles moet terdege voorbereid worden maar ze kan het niet meer.
Haar handen weigeren dienst, haar benen, haar ogen en haar mond. Om over de rest maar te zwijgen.

* is bang, zo bang. ' Ik wil niet dood'.

* roept ' help!, help mij toch'

* vindt het ' leuk hier, kijk dan, kijk dan..' Ze straalt, ze geniet, ze is in Parijs

* ziet ons als haar kleine kinderen, ze zorgt voor ons .'Ga maar lekker buiten spelen.’

Geen opmerkingen: