Stond je vroeger netjes in een rij te wachten voor de lift, loop je nu rustig door met een elektronische skipas in je binnenzak. Had je voorheen slechts wat te deren van kleine rotjochies die razendsnel loodrecht naar beneden zeilden, nu zijn het de jongere en oudere jongere meisjes en jongens die met een noodvaart maar evengoed kunstig bochten maken op hun snowbeurt.
En dat alles doorsta je dan in de wetenschap dat je ook heerlijk op echt glad natuurijs een toertocht had kunnen schaatsen in je eigen Nederland. Daar waar, zoals je na terugkomst hoorde, alle nationalistische gevoelens ineens boven zijn komen drijven, want in ons eigen Nederland vroor het dat het kraakt.
Weer al die kinderen op hun dubbele krakkemikkige schaatsjes achter de keukenstoel papa's trots staan te wezen.
Weer al die pap's die hun voeten geperst in te kleine noren, want dat hoort, tot bloedens toe een tochtje schaatsen.
Weer het geroezemoes: ' misschien een Elfstedentocht?'
Weer hele autowegen afgezet wegens klunende mensen over het asfalt van plas naar plas kruipend.
Waar een klein land groots in kan zijn. Ik heb het gemist. Maar het is alweer voorbij, het dooit als een gek. Gelukkig, want ik heb geen blaren op mijn hielen. En mijn rugpijn is over door mijn sierlijk bewegen op de skies; voor hetzelfde geld had ik immers voorover gebogen tegen wind en andere natuurkrachten in geschaatst al hopend wakken en valpartijen te voorkomen. Dus het is goed zoals het is. Dat moet ook maar eens gezegd zijn. Toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten